woensdag 26 maart 2014

The Jane

The Jane. Het nieuwe restaurant, pardon het nieuwe 'project' van meesterkok Sergio Herman en zijn sous-chef Nick Bril. Alleen wie zich de voorbije weken afsloot voor pers en media, of heel selectief omgaat met wat die voorschotelen, weet niet waar het over gaat.

Eerst was er het initiatief om de voormalige site van het Antwerps Militair hospitaal om te bouwen tot een nieuwe woonwijk. Deze site, omgedoopt tot "Het Groen Kwartier" is een bijna 8 hectaren groot perceel gelegen tussen de Lamorinièrestraat en de Lange Leemstraat, uiteraard in Antwerpen, zo halverwege Antwerpen Centraal en Berchem station.

Wij ervaren het als een schitterend initiatief om in de stad een volwaardige woonwijk te ontwikkelen: bewoning, groen, scholen, parking, bereikbaarheid, openbaar vervoer, alles op een haalbare wijze geïntegreerd. 

Zie bijv. op http://www.agstadsplanning.be/ag_detail_project.php?prog=6&proj=36 

Twee jaar terug hebben we deze wijk in opbouw uitgebreid bezocht n.a.v. de Open werven-dag. Inclusief een Bolleke op kosten van de projectontwikkelaar.




Bestaande complexen, worden maximaal gerespecteerd en omgebouwd tot woningen en appartementen. In de open ruimte komen er nieuwe, hedendaagse woningen. Met daartussen veel groene, open ruimte. Parkeren doe je er ondergronds.


Ware het niet dat we vijf jaar eerder gekozen hadden voor de woning waar wij nu in wonen, we zouden het ernstig overwogen hebben of we daar een passend stekje konden vinden. Voor de volledigheid van het verhaal: we zijn nog steeds erg gelukkig met ons huis.

Eén gebouw intrigeerde ons bijzonder; de centraal geleden kapel. Een mooi, groot uitgevallen gebouw, qua architectuur eerder een kapel dan een kerk. Op de Open werven-dag fungeerde het als ontvangstruimte.


In onze verbeelding werd dit gebouw een centrale ontmoetingsruimte voor Het Groen Kwartier en de omliggende buren. Een andere versie van de Roma op de Turnhoutsebaan in Borgerhout als het ware. Van de ploeg vrijwilligers van de Roma viel beslist te leren hoe je zo iets aanpakt en vooral levend houdt.


Dat waren onze dromen ... Tot we enkele maanden geleden ontdekten dat het 'The Jane' werd. Dat zou een pareltje worden, klasse die op de hele buurt zou afstralen. En wellicht voltrekt zich dat straks ook zo.

Ik gun, wie daar de portemonnee voor heeft, best zo'n (potentieel) twee- of driesterren restaurant. Alleen, meen ik dat het een gemiste kans is om een brede ontmoetingsplek te creëren. Qua gebouw noch qua ligging valt die kapel niet echt te vergelijken met de Roma. De Roma toont sinds meer dan tien jaar dat het kan: een ontmoetingsplek voor verschillende bevolkingslagen, voor mensen met uiteenlopende smaken. En gedragen door honderden vrijwilligers uit de buurt. Voor mij een van de meest hoopvolle gebeurtenissen in onze stad. Na elk concert, na elk optreden gaan we met blij hart naar huis.
Daar droomden wij dus van, toen we twee jaar geleden die kapel in Het Groen Kwartier ontdekten. Het idee dat we nu in The Jane voor pak weg € 100,- pp reeds een menu met aangepaste wijnen kunnen degusteren, stemt ons voorlopig niet vrolijk. Toch smakelijk eten gewenst voor wie het kan, echt waar. 

PS Je begrijpt dat actuele foto's voorlopig ontbreken.

vrijdag 21 maart 2014

Lijstje niet gerealiseerde voornemens.

Mijn lijstje met niet gerealiseerde voornemens is vermoedelijk niet langer dan dat van iemand anders. Vermoed ik. Bij mij staan er wel een paar hardnekkige. Een van de oudste plannen of intenties is het fotograferen van het opschrift op een brug in Tilburg. Al jaren lang rijd ik enkele malen per jaar via Breda naar Tilburg. Die brug staat ter hoogte van afslag 11, Goirle / Tilburg.


Gisteren heb ik er dan maar eens werk van gemaakt. Voor mij een intrigerende boodschap. Die er al langer staat dan ik Lut, mijn vrouw nu, ken ... 


En misschien zijn er momenten dat dit het enige is wat we kunnen, gewoon liefhebben. Het enige dat er toe doet?! Al heb ik dan soms evenveel excuses om eerst iets anders te doen, als ik verontschuldigingen had om het fotograferen van deze uitspraak weer eens voor mij uit te schuiven. Maar gisteren heb ik vastgelegd. 

zondag 16 maart 2014

Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is ...

De tijd dat ik geloofde dat het liedje Laat ons een bloem en wat gras dat nog groen is van Louis Neefs (1970), mee het verschil kon maken, ligt al lang (> 40 jaar !?) achter mij. Terwijl het zich diep in mijn genen genesteld heeft. Bijvoorbeeld wanneer er na de zomer van 2012 de volkstuintjes, op de hoek van de Frans Beckersstraat en de Filip Williotstraat in Berchem, compleet verdwijnen. 

Situatie december 2012, na de opruiming van de vollkstuintjes.

Op de luchtfoto's van de kaarten op mijn iPad kun je de tuintjes nog zien. Google Earth is  up to date, de nieuwe constructies-in-aanbouw staan er netjes op: seniorenflats en serviceflats. Als buurtbewoners worden we door de stad Antwerpen keurig geïnformeerd over de verschillende bouwfases. Als plus-vijftigers ontvangen we nodige info om er te gaan wonen. In het kader van de week van de (senioren-)zorg worden we uitgenodigd om een kijkje te gaan nemen ...

Vandaag is immers het eerste woonblok, op de afwerking na, klaar. De bouw van de volgende fase kondigt zich aan. Kan er mij overigens iemand vertellen wat Immotional Moments zijn? En hoe je die creëert?

Situatie op 16 maart 2014. 

Vorige week waren we dan ook bijzonder aangenaam verrast om te merken dat er ergens anders in de buurt nieuwe volkstuintjes opduiken: op de hoek van de Grote Steenweg en de Belpairestraat. 



Ik mis mijn dochter Katelijne en mijn schoonzoon Michiel die even in Uruguay verblijven. De plek is vlak voor het kantoor waar Michiel werkt en slechts enkele honderden meters van hun huis. Even later loopt er een blond meisje rond, we schatten haar op drie jaar. En we missen Oona ... Dit initiatief is hen op het lijf geschreven. De opening is voor volgende week. 



Hier wordt er gewerkt aan 'Emotional monuments'.



Wanneer ik deze ochtend naar de bakker om pistolets loop (noodzakelijk ingrediënt voor een geslaagde zondag), merk ik, vlak naast het perceel met de verdwenen volkstuintjes, het AIRbezen-initiatief. 
Gisteren hebben mensen, op duizend verschillende plaatsen in Antwerpen, een aardbeiplantje geplaatst. Bedoeling is om via een studie van de blaadjes, de concentratie van fijn stof in de lucht, te onderzoeken. 

Ik begrijp best de motieven van de Stad om het bouwen van seniorenflats te stimuleren.  Nu, door een andere instantie, laten onderzoeken wat de gevolgen zijn van dat fijne stof in stad, wringt een beetje. Zeker wanneer er vlak daarnaast minstens 1 hectare groen verdwenen is. En onderweg naar de bakker kunnen mijn kleinkinderen zich niet meer verwonderen over de kippen die er rond liepen.

Straks woont er dan weer een van mijn kleinkinderen op enkele stappen van de nieuwe volkstuintjes. In mijn verbeelding ligt er minstens een perceeltje klaar voor Katelijne en Michiel.

Mensen die er toe deden (I)

1. Tussen 1994 en 1999 liep op Radio 1, meer bepaald op zondagochtend tussen 9 en 10 uur het programma Vriend & Vijand. Paul Jacobs interviewde er mensen 'over mensen van invloed in hun leven'. Al meer dan vijftien jaar neem ik mij voor iets neer te schrijven over die mensen van invloed in mijn leven. 

2. Eén van die vele mensen is 'meneer Siffer'. Hij was leraar Engels en biologie aan het Sint Bernarduscollege van Nieuwpoort. 

3. Rudolf Siffer werkt sinds 2004 aan een lezenswaardige blog, scherp en eigenzinnig, zowel qua inhoud als vormgeving. Erg jammer dat zijn gezondheid hem nu in de steek lijkt te laten. 'Meneer Siffer' is een van mijn inspiratiebronnen voor deze blog: www.rudolfsiffer.beMeer bepaald de rubriek rudische spelen

Drie redenen om het over 'meneer Siffer' te hebben. In het tweede jaar van de humaniora (1968 -1969), toen nog de vijfdes genoemd, zaten wij met 32 in zijn lessen. Van de lessen biologie herinner ik me weinig, behalve een anekdote. Hij had het over de voortplanting bij de konijnen. Net toen meneer Siffer het konijnenhoofdstuk afsloot, vroeg een van de jongens hoe dat dan bij de mensen verloopt. Het was de enige keer dat we hem zonder woorden zagen vallen, er volgde enkel een gestamel dat dit voor een volgende keer was, of stof voor het volgende schooljaar.


De lessen Engels hebben diepe sporen nagelaten. Lang voor de huidige hype rondom de eerste wereldoorlog, leerden wij het gedicht In Flanders Field van John Mc Crae van buiten. Flarden van het gedicht zitten nog steeds in mijn geheugen. Dat was niet niets voor een eerste jaar Engelse taal. 


Even later had hij het over The Massacre of Mỹ Lai, met artikels en vooral foto's uit Time Magazine. Het bloedbad van Mỹ Lai was een slachting die op 16 maart 1968 werd aangericht door Amerikaanse soldaten tegen burgers, vooral vrouwen en kinderen, uit het Vietnamese plaatsje Mỹ Lai. Nadat de Amerikaanse regering dit 'incident' aanvankelijk stil wou houden, bracht de Amerikaanse pers enkele maanden later de ware toedracht aan het licht. Meneer Siffer geloofde dat de informatie van deze pers (en onze verontwaardiging?!) de Vietnamese oorlog tot een einde kon brengen. Het zou nog tot in 1975 duren. Dat de pers een wezenlijk rol gespeeld heeft in de beëindiging van de Vietnamese oorlog, staat vast. Historisch gezien was dit de eerste en meteen ook de laatste keer.
(Het is louter toeval dat ik dit deze zondagochtend schrijf ... maar wel op 16 maart, exact 46 jaar na deze gruwel.)

Om maar te vertellen dat meneer Siffer een wezenlijke bijdrage geleverd heeft aan wie ik nu ben. Wellicht ben ik niet de enige ... en even waarschijnlijk waren er ook jongens bij wie dit niet doordrong. Hij wist velen te inspireren om de Engelse taal te leren. Maar meer nog heeft hij een ons een flink stuk maatschappelijke vorming meegegeven. Waarbij ik me afvraag of ze die term toen nog niet moesten uitvinden?! Meneer Siffer had hierbij overigens een maatje: meneer Hillewaere, de leraar Frans. Niet alleen (en tot op heden) twee vrienden maar twee leerkrachten die een uniek combinatie brachten van taalonderwijs, cultuur en maatschappelijke gevoeligheid. Over meneer Hillewaere schrijf ik een volgende keer.

De minutieuze wijze waar Rudolf Siffer, weliswaar op geheel eigenzinnige en onnavolgbare wijze, zijn Nieuwpoortse berichten bijhield, helpt mij om eerder geschreven blogs te vervolledigen. (Of anderen in de toekomst aan te vullen.)

Op 11 december 2013 schreef ik over "De geboortegrond van een opa ... die verdwenen is." Die geboortegrond was exact tien jaar eerder, in het najaar van 2013 verdwenen. 




De foto van Rudolf Siffer vermeldt dat er "Au Petit Bénéfice ook al geen batjes meer zijn te doen". Voor de niet West-Vlamingen: koopjes.
Links op de eerste verdieping was de slaapkamer van onze ouders ...

Zo vind ik ook nog een foto van de ruïne (2004) van de Gemeenteschool vòòr de afbraak (2008). Wij volgden er ooit les in het linkse, meest overwoekerde gedeelte, of het rechtse gedeelte, de tweede klas ooit gefunctioneerd heeft, kan ik niet achterhalen. 


Op 4 februari j.l. vertel ik, n.a.v. de sloop van de Gemeenteschool, over het huis van meester Billiet dat in 'death row' staat, gesloopt gaat worden dus. Tien jaar terug, op 15 april 2004, schrijft R. Siffer dat het huis van meester Billiet nog stand houdt ...



Was de werfkast voor elektriciteit een voorbode van het verdwijnen van dat groene hoekje? Siffer noemde dat toen (nog) Te Vullen Gaten. De Franslaan e.a. straten waren in 2004 al ruimschoots volgebouwd.

Om te besluiten nog een anekdote die meneer Siffer typeert. Enkele jaren na mij, zat ook mijn zus bij hem in de les. Zoals eerder aangegeven had en heeft hij een scherpe tong en pen, gecombineerd met een grote gevoeligheid voor wat er maatschappelijk leefde of leeft. Op een onbepaalde dag haalt hij in de les uit naar de middenstanders. Mijn zus, ook niet op haar mondje gevallen, dient hem vermoedelijk even ongezouten van antwoord.
De volgende keer dat meneer Siffer langs kwam in de winkel heeft zij zich bij mijn ouders verontschuldigd voor de opmerkingen die mijn zus en bij uitbreiding onze ouders gekwetst hadden. En hij mijn vader en moeder verzekerde echt geen vijand van de kleine middenstanders te zijn.
Klasse, 100 % klasse.

En je snapt dat meneer Siffer voor mij een van die mensen is die er toe deden. Tot op vandaag.

zaterdag 8 maart 2014

Tjoolen door de stad (III)

Een van de Antwerpse Lievevrouwebeeldjes waar elke dag duizenden mensen aan voorbijlopen 'stond'  op de hoek van de Meir en de Lange Klarenstraat. Het werd in 2010 zorgvuldig gerestaureerd. 


Het 'stond' daar, tot enkele maanden geleden. Groot was mijn verbijstering toen ik, enkele weken terug, ontdekte dat dit beeld verdwenen is. Definitief? Om het tijdens de verbouwing van het pand te beschermen? 

Van het oorspronkelijke pand staat enkel nog de gevel recht. Nauwkeuriger geformuleerd: een gigantische stalen constructie houdt de façade recht. Het aangrenzende pand op de Meir en de buur in de Lange Klarenstraat gingen integraal tegen de vlakte.


Een grote bouwkeet onttrekt de werken aan het zicht van wie over de Mier flaneert. De slogan van het bouwbedrijf: Uit respect voor het gebouw. Ben erg benieuwd naar het resultaat ... ondertussen loop ik het risico cynisch te worden.




Tjoolen door de stad (II)

In eeuwenoude steden tref je sporen aan van een diep geworteld (en ondertussen verdampt?) volksgeloof, zo ook in Antwerpen. Vooral in de oude stad zijn er overvloedig Lievevrouwbeeldjes terug te vinden, steeds op de hoek van de straat en dit op de eerste verdieping. Op vele plaatsen worden ze gekoesterd, de meest exemplaren zijn de voorbije jaren opgepoetst of gerestaureerd. 


Of het toeval is weet ik niet, de beeldjes staan nog al eens in straatjes met namen die duidelijke katholieke wortels hebben.  


De naam 'Lang Klarenstraat' dateert vermoedelijk uit het begin van de 16e eeuw. Een groot stuk van deze straat behoorde tot het klooster van de Arme Klaren, een Franciscanerorde.


Symbolisch detail: onder het beeldje was steevast straatverlichting bevestigd. Soms is die er nog, andere keren zie je enkel nog wart sporen van de verankering.


De beeldjes getuigen uitgebreid van de katholieke Maria-theologie. Maria die ons verlost van de verzonde door de slang uit het verhaal van de zondeval te vertrappen. Maria Regina, Maria als Koningin. Maria Mediatrix, Maria als middelares tussen de gewone gelovige en Jezus of God.


De kathedraal van Antwerpen is toegewijd aan Onze Lieve Vrouw. En 15 augustus is voor vele sinjoren een belangrijke feestdag, op de eerste plaats voor de middenstand met de Rubensmarkt tussen de kathedraal en de markt. De link met het feest van Maria-ten-hemelopneming is, als ze er al ooit geweest is, voor de meeste Antwerpenaars verdwenen. Ik heb me ook nooit veel kunnen voorstellen bij dit gegeven. Misschien komt dit beeld nog het dichtste bij het werkelijke beeld van Maria ...


... Maria die er, onzichtbaar, gewoon is. 

donderdag 6 maart 2014

Tjoolen door de stad (I)

'Tjoolen' (1) is een West-Vlaams woord voor een combinatie van doelloos en verloren rondzwerven. Dat doe ik af en toe heel bewust, door een stad of dorp dwalen op zoek naar wat zich laat vinden. Een van mijn favoriete bezigheden in een vakantie.
Eergisteren nog eens een middag door Antwerpen getjoold, meer bepaald in de ruime buurt tussen de Meir en het Eilandje.
Ik ben getroffen door de gesloten panden die aan een rotvaart verloederen.

Hoek Korte Nieuwstraat - Korte Koepoortstraat / Melkmarkt.

Anderen panden kwijnen langzaam maar zeker weg.

Ambtmanstraat, straatje tussen Minderbroerderstraat en Keizerstraat.

Elk pand is inwisselbaar door een dozijn andere. Ik betrap mezelf dat deze beelden mijn blik aan het bepalen zijn. Enkel tristesse en vergane glorie in deze buurt? Ik neem me voor uit te kijken naar tekenen van heropleving of vernieuwing. Wat verderop bots ik op een opvallende metamorfose.

 Van Schoonbekeplein, tussen Oude Leeuwenrui en MAS.

Een jaar (+/-) geleden een vervallen pand, pakkend gefotografeerd door Stephan Vanfleteren, (2) nu een trendy brasserie. De aanwezigheid van het MAS en het Red Starline-museum is er wellicht niet vreemd aan. Hoopvol hoe een buurt weer tot leven komt.

Klapdorp.

Klapdorp was decennialang een levendige winkelstraat, tussen de oude stad en de haven, kern van het  oude schipperskwartier. De oude prostitutiebuurt werd in de jaren negentig grondig door de stad aangepakt. Het oudste beroep ter wereld mag nog enkel in een beperkt aantal straatjes uitgeoefend worden en door enkele verkeersmaatregelen kunnen geïnteresseerde mannen geen rondjes meer rijden. Nu dient er gelopen te worden.

Boeiend om te zien hoe enkele panden vernieuwd worden. Ik word getroffen door drie huizen met een opvallende 'beplanting'.

Klapdorp.

Achteraf merk ik op dat hier een buurtinformatiepunt gevestigd is, het frisse voorkomen van deze drie huizen is dus geen toeval. En ook hier kan ik elk pand inruilen voor een tiental anderen. Hoopvol hoe deze wijk getuigt van resilience, veerkracht. Er zijn de grote projecten op het Eilandje zelf, een initiatief van o.m. bouwpromotoren en projectontwikkelaars. En er zijn de vele kleine initiatieven in de omliggende straten en pleintjes, vooral daar voel ik hoop en toekomst. En als het loont om een dierenspeciaalzaak te vestigen is het leven in de buurt waarschijnlijk terug ...

(1) Etymologie 'Tjoolen' : http://www.tjoolaard.be/de-oorsprong-van-tjoolen/
(2) Stephan Vanfleteren, 'Façades & Vitrines', Brussel, 2006.